Opdrachtomschrijving
Doel:
Leerlingen leren volgens de design thinking methode te werken aan een innovatief idee dat een oplossing biedt voor een actueel vraagstuk voor de stad of het centrum. Voorbeelden van vraagstukken zijn het oplossen van leegstand in het (winkel)centrum, het verduurzamen van het centrum of het versterken van de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van winkelgebieden.
Eindproduct:
Een prototype (poster/presentatie etc.) en een pitch van het beste idee voor een actueel en realistisch stedelijk vraagstuk. Het idee wordt gepresenteerd aan de medeleerlingen, docent en centrummanager van de stad.
Werkwijze docenten
De opdracht voor de leerlingen is:
Werk in groepsverband aan een innovatief idee voor het stedelijke vraagstuk dat door de centrummanager is gepresenteerd. Doorloop alle fasen van design thinking en presenteer het eindresultaat aan de docent, medeleerlingen en centrummanager.
De aanpak voor de docent is:
Fase 1. Begrijp en omschrijf het probleem
Nodig de centrummanager uit om het probleem te presenteren en laat de leerlingen vragen stellen om het probleem helder te krijgen.
Ga vervolgens aan de slag met verkenning van het probleem. Laat de leerlingen in groepjes naar achtergrondinformatie zoeken, betrokkenen interviewen of observaties doen in het centrum.
Fase 2: Bedenk ideeën
Leerlingen bespreken de verkregen informatie en bedenken ideeën aan de hand van bijvoorbeeld SCAMPER*, een brainstorm of mindmap. Bespreek en/of geef daarnaast een kader, waaraan moet het idee voldoen?
* SCAMPER is:
Substitute (Vervang iets)
Combine (Combineer met iets anders)
Adapt (Pas iets aan)
Modify/Magnify (Verander of vergroot iets)
Put to another use (Gebruik het op een andere manier)
Eliminate (Haal iets weg)
Rearrange/Reverse (Draai het om of herschik)
Fase 3: Kies en werk het beste idee uit
Groepjes kiezen hun beste idee en geven het een naam. Ze bespreken de onderwerpen doelgroep, doel, voor- en nadelen, uitvoering etc.
Ze beginnen daarnaast met het maken van een prototype: een poster, maquette, flyer, mini-campagne, 3D-model of PowerPoint.
Organiseer een feedbackronde met tussenpresentaties. Elk groepje schetst hun idee en andere groepjes geven feedback: wat is goed en wat kan beter?
Fase 4: Werk het idee verder uit
Groepjes verdiepen zich in haalbaarheid van het idee (kosten, medewerking, duurzaamheid). Ze bekijken de kosten en de randvoorwaarden van het idee. Welke partijen nodig zijn en overtuigd moeten worden. Welke obstakels er zijn. Ze werken het prototype verder af.
Fase 5: Bereid de presentatie voor
De groepjes bereiden een korte pitch voor als echte ‘jonge ondernemers’ of ‘adviseurs van de stad’. Ze schrijven een pitch van max 2 minuten met daarin:
Wat is het probleem?
Wat is jullie oplossing?
Wat maakt het idee haalbaar en waardevol?
Wat maakt jullie idee uniek ten opzichte van andere oplossingen?
Zij oefenen de presentatie in de klas (peer feedback).
Fase 6: Presentatie en award show
De leerlingen organiseren een award show en presenteren hun pitch voor een jury van docenten, medeleerlingen, centrummanager en/of retail ondernemers. Zij beoordelen de ideeën aan de hand van bijvoorbeeld de volgende beoordelingscriteria:
- Originaliteit van het idee
- Haalbaarheid
- Effectiviteit
- Presentatievorm
Fase 7: Reflecteer je werk
Geef de leerlingen een reflectieopdracht met de vragen: wat heb je geleerd over samenwerken, creatief denken en plannen maken?
Terug naar het overzicht