Bedrijfscarrousel

Opdrachtomschrijving

Doel:
De bedrijfscarrousel laat vmbo-leerlingen drie weken lang, één dagdeel per week, kennismaken met verschillende bedrijven en sectoren. Ze ontwikkelen communicatieve vaardigheden, leren samenwerken en reflecteren op hun beroepshouding.

Eindproduct:
In de bedrijfscarrousel gaan leerlingen één dagdeel per week in een 3-weekse cyclus, aan het ‘werk’ bij verschillende bedrijven om kennis te maken met de werkzaamheden en de branches. Mbo-studenten begeleiden hen, onderhouden contact met bedrijven en beoordelen de leerlingen formatief.

Werkwijze docenten

1. Samenwerking opzetten met bedrijven en mbo-instellingen

• Docenten leggen contact met bedrijven die bereid zijn om vmbo-leerlingen te ontvangen en begeleiden.
• Vaak werken scholen samen met mbo-instellingen, waarbij mbo-studenten een rol krijgen in de begeleiding van de vmbo-leerlingen.
• De betrokken bedrijven en mbo-studenten worden geïnformeerd over het doel en de aanpak van de bedrijfscarrousel.

2. Leerlingen en studenten koppelen

• Vmbo-leerlingen worden gekoppeld aan mbo-studenten die hen begeleiden.
• Mbo-studenten fungeren als aanspreekpunt voor de bedrijven en helpen bij de organisatie van de bedrijfsbezoeken.
• Dit zorgt voor een natuurlijke overgang van vmbo naar mbo en versterkt de samenwerking tussen beide onderwijsvormen.

3. Bedrijfsbezoeken plannen

• De carrousel duurt meestal drie weken, waarbij leerlingen één dag per week een bedrijf bezoeken.
• Docenten stellen een planning op en zorgen ervoor dat alle leerlingen een gevarieerd aanbod van bedrijven te zien krijgen.
• Er wordt rekening gehouden met de logistiek (zoals vervoer en tijden) en de begeleiding van de leerlingen op locatie.

4. Opdrachten ontwikkelen voor praktijkervaring

• In overleg met bedrijven en mbo-studenten worden opdrachten geformuleerd die de vmbo-leerlingen tijdens hun bezoek uitvoeren.
• De opdrachten sluiten aan bij de beroepspraktijk en helpen leerlingen inzicht te krijgen in verschillende sectoren.
• Leerlingen werken zelfstandig of in kleine groepen aan hun taken en worden beoordeeld op inzet en vaardigheden.

5. Begeleiding, beoordeling en reflectie

• Mbo-studenten observeren en begeleiden de vmbo-leerlingen tijdens hun bedrijfsbezoek.
• De prestaties van de leerlingen worden formatief beoordeeld, wat betekent dat de nadruk ligt op leerproces en ontwikkeling.
• Na elk bedrijfsbezoek reflecteren de leerlingen op hun ervaringen en beroepshouding, bijvoorbeeld door een korte presentatie of een evaluatieformulier in te vullen.

De mbo-studenten reflecteren ook op hun eigen rol als begeleider en communiceren hun bevindingen met de docenten.